
Ruim een jaar geleden liep ik op een stralende dag door het centrum van Amsterdam. Eigenlijk was ik op zoek naar locaties waar ik in de avonden studioportretten kon maken van uitgaanspubliek.
En op De Dam zag ik haar: een dame in niqaab: een gezichtssluier die alleen de ogen vrijlaat. Ik was op dat moment al een tijdje gefascineerd door de niqaab.
De kiem ervoor werd tweeënhalf jaar geleden gelegd. In maart 2013 stond ik met een mobiele fotostudio op de Nationale Bekeerlingendag in de Blauwe Moskee in Amsterdam. Ik werkte in die tijd aan een fotodocumentaire over bekering tot de islam, die later in samenwerking met Vanessa Vroon-Najem zou leiden tot het boek Bekeerd en een gelijknamige tentoonstelling in het Amsterdam Museum.
Hatsikidee
Ik moet die dag in maart over de vijftig bezoekers geportretteerd hebben, maar misschien wel de grootste indruk maakten de twee meiden die als allereersten voor de camera plaatsnamen (zie header). Ze droegen een niqaab, en wow … dat vond ik best heftig. Eng, streng, serieus, radicaal, onderdrukt … hatsikidee, de hele lade met ‘burka’-associaties werd omgekieperd in mijn hoofd. En vooral verwarrend vond ik het na afloop van de sessie. Want in welk laatje moest ik alles weer precies opbergen toen bleek dat de meiden giechelig, stoer en aardig waren? Hoe kort ook, die ontmoeting zette me aan het denken.
Ik vroeg me er enorm veel dingen over af. Waarom zou je die sluier dragen in een land als Nederland? Hoe zit het met die steevast veronderstelde band met gewelddadigheden die worden begaan uit de naam van de islam? Wat vindt je omgeving ervan? Is er dwang? En hoe hou je stand tegen al die negativiteit?
Hoe meer ik me in het onderwerp ging verdiepen, hoe meer ik het idee kreeg dat dit een verhaal was dat ik heel graag wilde vertellen.
En toen was er dus plots die dame op De Dam.
Stom doen
Daar stond ik dan. Te kijken, te drentelen, te twijfelen … Maar uiteindelijk vond ik dat ik niet zo stom moest doen, en sprak ik haar aan.
We hadden een leuk gesprek, en ik had mazzel: de vriendin met wie ze was, kende het boek Bekeerd. En omdat ik half-half op zoek was naar die fotolocatie voor het uitgaanspubliek, had ik een klein portfolioboekje mee. Dat was toch wat makkelijker praten.
“Waar is de kameel?”
De dame in kwestie zei niet gelijk ja. Vlak ervoor had ze een minder leuker fotografie-ervaring achter de rug: ze liep samen met een vriendin over de markt, waar ze werden gefotografeerd zonder dat ze het zelf doorhadden.
De foto werd doorgeplaatst op de Facebook-pagina ‘Nederland, mijn vaderland’, en de commentaren waren niet mals: “Opkrassen met die zooi”, “Weg met die griezels!!” en “Waar is de kameel?”
“Heel pijnlijk om te merken dat mensen die me niet kennen, mij zo haten”, zegt ze daarover later. Ook is haar directe familie tegen de niqaab. Ze wil hen niet extra krenken door daar dan ook nog eens mee in de openbaarheid te treden.
Freak
Na lang nadenken besluit ze toch mee te doen, want een ding weegt sterker dan alle bedenkingen. Inmiddels heb ik twaalf niqaabdraagsters gefotografeerd en met nog veel meer vrouwen gesproken, ook vrouwen die de niqaab zouden willen dragen, vrouwen die dat juist niet meer doen en vrouwen die Nederland hebben verlaten. Allemaal hebben ze dezelfde motivatie om aan het project meewerken: “Ik wil laten zien dat ik geen freak ben”
Die studio-uitgaans-portretten zijn er nooit meer van gekomen.